We beginnen de dag in het Kingman
Historic route66 museum. Het museum toont o.a. de eerste tochten die rond 1850
werden uitgezet om een weg naar het Westen voor te bereiden. Ook wordt
duidelijk hoe belangrijk de spoorwegen waren voor de ontwikkeling van het
Westen. Die spoorweg werd vaak aangelegd vlakbij al heel lang bekende paden.
Die paden werden wegen en routes voor de pioniers en in de 20e eeuw verhard en aan elkaar
geknoopt tot het tracé van route 66 van Arizona naar Californië. En zo lopen spoorlijn en route66 heel vaak heel dicht bij elkaar.
In het museum ook een diarama en foto’s van de
wanhopige trek van zo'n 200.000 mensen - vaak complete boerenfamilies - uit Oklahoma en Kansas naar een beter leven
in Californië, over Route66, ten tijde van de Dustbowl en depresssie van de
dertiger jaren. Heel indrukwekkend, vooral ook door de teksten erbij uit
‘Druiven van gramschap’ van John Steinbeck. En dan te bedenken dat de overgrote
meerderheid na een paar maanden weer gedesillusioneerd de eindeloze tocht terug
maakte.
We kijken nog bij een enorme
locomotief, zoals die werd gebruikt richting Westen en drinken koffie in
de diner Mr. Dz.. Een prachtige diner in
jaren 50/60-stijl met veel groen en helderroze en chroom.
Diner Mr Dz. |
Geheel gesterkt gaan we daarna op
weg naar Oatman, nog steeds over Route66 en nog steeds zonder een wiel op de Interstate
te zetten. De route voert steeds dichter naar de Black Mountains. We passeren
nog Coolsprings en tenslotte gaan we – flink stijgend en met tal van haarspeldbochten
– de pas over om aan de andere kant – weer met veel bochten – flink steil naar
beneden te gaan en in Oatman te arriveren.
Motorrijders zijn dol op dit bochtige traject, zo blijkt wel. Of er op deze zonnige zaterdag een speciale motorfietsen-ontmoeting staat gepland, is ons niet helemaal duidelijk maar feit is, dat er wel heel veel glimmende motoren en mensen in bijbehorende kledij in het plaatsje rondstruinen. Oatman is een echt toeristenplaatsje met vele winkeltjes en restaurants. Een grote attractie zijn de ezeltjes, die er vrij rond lopen. Het nagespeelde gunfight missen we net.
Na een uurtje hebben we het wel
gezien en rijden we via Topock naar Needles. Daarmee zijn we in onze achtste en
laatste staat aangekomen: California. Het is dan rond half drie; te vroeg om al
te stoppen, vinden we.
Na Needles voert Route66 meer dan
130 mijl door de Mojave woestijn, met als eerste camping die in Newberry
Springs. Met die wetenschap gaan we op weg en rijden we urenlang mijlen en mijlen door
het woestijnlandschap met op de achtergrond steeds de bergen. Natuurlijk moeten we daarbij denken aan die families, die destijds in hun armoede dit desolate, hete landschap moesten doorkruisen.
En weer is de
spoorbaan nooit ver weg en zien we zeker drie maal per uur kilometers lange
goederentreinen. We tellen telkens minstens 110 wagons met drie locomotieven
ervoor en soms ook nog twee er achter.
De cactussen in de woestijn zijn
uitgelopen en we zien ook bloeiende struiken maar het blijft een lange tocht,
slechts onderbroken door stops bij Goffs en het bekende Roy’s Café in Amboy.
Mensen voor ons hebben de saaiheid onderbroken door met stenen hun naam in de
berm te schrijven
maar we zijn blij als we even na 18.00 uur de camping in Newberry Springs opdraaien.
Daar hebben we een onrustige avond en nacht. Er blaast een storm vannuit de woestijn dwars over de camping. Onze - toch zware - camper schudt ervan en soms zijn we bang dat hij om zal waaien. Dat gebeurt gelukkig niet.
De teller in de gids wijst deze avond 3738
kilometer aan. Nog 300 te gaan tot Santa Monica.