Zondag gaan we met zoon de stad in.
Het is het voordeel om met een ‘local’ op stap te zijn; die kent precies de
tram- en buslijnen. Zo gaan we met de tram naar downtown. Daar lopen we door de
winkelstraten, kijken op Union Square en wandelen dan door de Chinese wijk,
Chinatown.
|
Union Square |
We verwonderen ons over alle goederen die er worden aangeboden en
zien onder meer in verschillende winkels zeer kunstig gesneden stukken ivoor. We nemen maar aan dat die olifantentanden al
zijn ‘geoogst’ voordat daar een verbod op kwam. In een zijstraat weet onze ‘local’
feilloos het fabriekje van Chinese gelukskoekjes te vinden.
|
uitgesneden ivoor |
|
fabriek van Chines gelukskoekjes |
|
De straten zijn soms steil |
Daarna varen we met een bootje naar
het Alcatraz-eiland. Meer dan dertig jaar was dit een zwaar bewaakte
gevangenis, waar de zwaarste criminelen hun straf moesten uitzitten. Geen pretje
als je de cellen bekijkt. Het gevangeniseiland is onder meer bekend doordat Al
Capone er gevangen zat en Robert Stroud, de Birdman.
|
luchtplaats |
|
Telegraaf toren |
Als we weer terug in de stad zijn,
klimmen we nog (vele honderden treden) naar de telegraaftoren, waarvandaan je
een mooi uitzicht over de stad en de baai hebt. We sluiten de dag af met lekker
eten in Zuni, weer zo’n restaurant dat we als toerist nooit zouden vinden.
Maandag moet zoon gewoon werken en amuseren wij onszelf. We rijden
|
Een hamburger van een halve pound |
via highway 1 weer langs de kust een stukje naar het Zuiden, naar Santa Cruz,
de badplaats waar ene Jack O’Neill onder meer het surfen promootte. We wandelen
er langs de kermis-attracties op de boardwalk en over de pier. In de middag
rijden we via State-parks naar zoons werk en weer terug naar San Francisco.